Indicaties voor doorverwijzende professionelen

 

• De cliënt is zich ervan bewust dat psychische klachten ook een lichamelijke weerslag hebben. Alleen praten vind je niet voldoende

• Cliënt heeft de neiging om te rationaliseren (blijven hangen in bedenkingen en analyseren). Cliënten die erg rationeel zijn krijgen vaak moeilijk aansluiting met het belevingsniveau. Het lichaamsgerichte is voor hen een hulpmiddel om meer aansluiting te krijgen met de eigen gevoelens. In Pessotherapie wordt bij aanvang van de thearpie of in de voorbereidende fase van de therapie extra aandachte besteed aan het leren stilstaan bij het lijfelijke en gedetailleerd focussen op de lichamelijke gewaarwordingen.

• Cliënt heeft de neiging om te somatiseren (nl. psycho-somatische klachten, lichamelijke klachten van stress, spanning, zich onwel voelen…)

• Steeds terugkerende relationele problemen (vb. met ouders, met kinderen, met partner, op het werkof op school, met vrienden,…)

• Cliënt heeft het moeilijk om kracht of agressie te reguleren

• Angstklachten

• Depresieve klachten

• Depersonalisatie

• Problemen met assertiviteit

• Cliënt heeft het moeilijk om bepaalde gevoelens te uiten (vb. angst, boosheid, ontevredenheid, depressiviteit, verdriet…) of kampt met onderdukte gevoelens

• Cliënt heeft steeds terugkomende gevoelens van onvoldaanheid, gemis,leegte… blokkeren in bepaalde situaties

• De cliënt vindt dat zijn/haar leven niet verloopt zoals deze zou willen dat het verloopt. De cliënt kan het niet nalaten om zich steeds opnieuw te overbelasten

• Cliënt kan moeilijk nee zeggen

• De cliënt heeft het gevoel in een rol gedrongen te zijn, waarin hij/zij zichzelf niet kan zijn.Cliënt heeft vragen over het verloop of de zin van zijn/haar bestaan.

• Omnipotentieprobleem wanneer acting-out gedrag (als zelfmoorpoging of automutulatie) niet op de voorgrond staat, dus niet vragen om een residentiële opvang of psychiatrische begeleiding. Dit wordt eventueel wel opgenomen, indien de cliënt eveneens opgevolgd wordt door een psychiater

• Cliënten die fysiek of sexueel getraumatiseerd zijn (misbruik of mishandeling).

• Cliënt kan voldoende onderscheid maken tussen symboliek en realiteit

• Laag zelfbeeld

• Faalangst

• burnout

• Vervormd zelfbeeld

• Vervomd omgevingsbeeld

• Cliënt heeft problemen die het gevolg zijn van een vroegkinderlijk gemis, dat zich vaak op preverbaal niveau situeert. (ernstig gemis, verwaarlozing of traumatisering op vroegkinderlijk niveau) Cliënt heeft weinig verbale mogelijkheden. Cliënt heeft het moeilijk om bepaalde levensgebeurtenissen te verwerken of een plaats te geven (echtscheding, verlieservaring,…)

 

Mogelijke TEGENINDICATIES voor Pessothreapie: 

 

• Cliënten die erg theatraal zijn

• De middelenverslaving van de cliënt staat op de voorgrond, zodat de cliënt niet in staat is om zich in nuchtere toestand aan te melden

• Het sturend ik van de cliënt is te weinig ontwikkeld of te weinig aanspreekbaar.

• Er is bij de cliënt geen zelfexploratie mogelijk

• De cliënt heeft een absolute weerstand om terug te kijken naar vroegere ervaringen

• Er moet nog voldoende ik-sterkte aanwezig zijn om confrontatie met angt, onzekerheid, verandering, mogelijke chaos, pijn, verdriet en benauwende gevoelens om te gaan.

• Vanuit de gedachte dat als de emmer al overloopt, het niet verstandig is om de kraan nog verder open te draaien. In dergelijke gevallen lijkt een verwijzing naar een psychiater meer voor de hand liggend

• De cliënt is niet in staat om het symbolische van de realiteit te onderscheiden.

• Psychotische problematiek en manifeste hallucinaties. Er is bij de cliënt geen enkele hoop aanwezig dat verandering mogelijk is.

• Er moet een minimum aan constructieve houding aanwezig zijn.

• De cliënt moet bijgevolg zelf een kans willen geven aan het welslagen van de therapie.

• Cliënt heeft neiging tot regressie